Hori

Hori was een hogepriester van Anhur tijdens de regering van Ramses II.
Hij was de zoon van de hogepriester van Amon Parennefer, genaamd Wennefer en zijn vrouw Isis.
Hij is mogelijk identiek aan de hogepriester van Amon, genoemd op het standbeeld van de opzichter van de wagenmenners, genaamd Kanakht.

Hori komt uit een familie met een zeer goede connectie, zoals blijkt uit een familiemonument van zijn broer Amenemone (Museum van Napels, 1069).
Het monument vermeldt leden van een uitgebreide familie, waaronder Hori, zijn vader Wennenefer en zijn grootouders Minhotep en Maia.

Tot de ooms van Hori behoorde Pennesuttawy, een troepencommandant in Kush en Minmose, die hogepriester was van Min en Isis.
De onderkoning van Nubië, Paser II, was ook een familielid.
Het monument vermeldt ook twee broers van Hori. Amenemone zou een jeugdvriend van Ramses II zijn geweest en later de leider van de werken.
Hori zou Amenemones oudere broer zijn geweest.
Een broer genaamd Amenemope diende als leider van de zieners (hogepriester van Ra in Heliopolis).
Amenemope was tevens kamerheer van de Heer van de Twee Landen.
Een andere broer, Khaemwaset, was een schrijver van de heilige boeken in het Huis van Amon.
Hori had een zoon genaamd Minmose, die hem opvolgde als Hogepriester van Anhur.
Als de identificatie van Hori als Hogepriester van Amon klopt, dan had hij ook een zoon, Kanakht, die als opzichter over de wagenmenners diende.

Hori wordt genoemd als Hogepriester van Anhur op het monument van zijn broer Amenemone.
Hij volgde waarschijnlijk zijn vader in dat ambt op toen deze tot Hogepriester van Amon werd benoemd.
Hori wordt ook vermeld als Hogepriester van Anhur op beelden van zijn zoon Minmose, die eveneens Hogepriester van Anhur was.

Granieten beeld van Minmose (Caïro CGC 1203).
Minmose zou de zoon zijn van de Hogepriester van Anhur Hori en zijn vrouw Inty.
Beeldje (Brighton Art Gallery and Museum).
Minmose zou de zoon zijn van de Dignitaris en Kamerheer van Shu en Tefnut, de Hogepriester van Anhur Hori.
Zwarte Granieten Tafel met Offers, Mesheikh (Caïro CGC 23095).
Minmose krijgt de titel Kamerheer van Shu en Tefnut en zou de zoon zijn van de Hogepriester van Anhur Hori en de muzikante Inty.

Het bestaan ​​van een hogepriester van Amon, Hori genaamd, is al vele jaren bekend.
Eerdere theorieën veronderstelden dat Hori diende tegen het einde van de regering van Ramses II.
De priester die vermoedelijk na de hogepriester Nebwenenef diende, was Parennefer, ook wel Wennefer genoemd.
Recenter onderzoek heeft aangetoond dat Parennefer, ook wel Wennefer genoemd, aan het einde van de achttiende dynastie hogepriester was, na uitgebreide opgravingen van zijn graf in Thebe in 1990-1993.

De monumenten van zijn zoon – de commandant van de strijdwagens Kanakht – tonen aan dat de hogepriester van Hori diende tijdens de regering van Ramses II.
Hori diende waarschijnlijk als hogepriester tussen Nebwenenef en Paser.