Ramses II
23844
wp-singular,page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-23844,page-child,parent-pageid-15471,wp-theme-bridge,bridge-core-2.6.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-24.6,qode-theme-bridge,transparent_content,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-8.6.1,vc_responsive

Ramses II

ca. 1279-1213

Ramses II (ook bekent als Ramses de Grote, ca. 1304 v. Chr. – 1213 v. Chr.) was een Egyptische farao, de derde van de 19de dynastie, hij regeerde van 1279 v. Chr. tot aan zijn dood.
Hij bereikte een zeer hoge leeftijd (waarschijnlijk 90) en was mogelijk farao ten tijde van de Exodus.
Hij overleed na een regering van maar liefst 66 jaar en 2 maanden en werd opgevolgd door zijn dertiende zoon Merenptah.
Ramses wordt wel beschouwd als de grootste farao aller tijden, hij was een groot veldheer en bouwer.
Hij liet onder andere Aboe Simbel en het Ramesseum bouwen en breidde ook verschillende andere tempels uit.
Daar is de tempel van Abydos wellicht het beste voorbeeld van, bovendien liet hij een nieuwe hoofdstad in de Nijldelta bouwen om zo eerder te kunnen reageren op een Hettitische aanval.
Hij had vele vrouwen, waaronder Nefertari, die een van de mooiste graven in de vallei der koninginnen heeft.
Zelf is Ramses begraven in de vallei der koningen (graf DK 7), zijn mummie bevindt zich momenteel in Cairo.

Sed-festival.
Na 30 jaar te hebben geregeerd, sloot Ramses zich aan bij een selecte groep die slechts een handvol langstlevende heersers van Egypte omvatte.
Traditiegetrouw vierde Ramses in het 30e jaar van zijn regering een jubileum genaamd het Sed-festival. Deze werden gehouden om de kracht van de farao te eren en te verjongen.
Pas halverwege van wat een regeerperiode van 66 jaar zou zijn, had Ramses al de meeste van zijn grootste voorgangers in zijn prestaties overschaduwd.
Hij had vrede gebracht, de Egyptische grenzen gehandhaafd en grote en talrijke monumenten in het hele rijk gebouwd, zijn land was welvarender en machtiger dan het in bijna een eeuw was geweest.
Sed-feesten werden traditioneel om de drie jaar na het 30e jaar gehouden, Ramses II, die ze soms na twee jaar vierde, vierde uiteindelijk een ongekend aantal van dertien of veertien.

Geboortenaam:  ra-msi-sw mri-imn Ramesisu Meriamun
(Geboren uit Ra; Geliefd door Amon)

Troonnaam: wsr-mAat-ra (stp.n-ra) Wesermaatre Setepenre
(De rechtvaardigheid van Ra is machtig; Gekozen door Ra)

Vallei der koningen – KV7 graftombe van Ramses II en zijn zoons – 19e dynastie.

De plaats die Ramses II voor zijn tombe heeft gekozen was geen goede.
De conditie van KV7 is slecht door erosie, veroorzaakt door meerdere overstromingen in de loop der eeuwen en het door vocht opzwellen van de leistenen onderlaag.
KV7 is misschien de grootste in de vallei, de hele tombe beslaat meer dan 820 m² en de grafkamer alleen is al zo’n 181 m².

Schematische weergave van de tombe.

L – Zijkamers (Afbeeldingen van de koning met Isis en Nephtys en scenes uit het boek Amduat)

 

M – Zijkamers met pilaren (scenes uit het boek der poorten, Amduat en het boek van de goddelijke koe)

 

J – Voorkamer (scenes uit het boek der doden)

 

K – Grafkamer (scenes uit het boek der poorten, Amduat en het boek van de goddelijke koe)

 

I – 4de gang (‘openen van de mond” ceremonie)

 

H – 3de gang (‘openen van de mond” ceremonie)

 

G – Hal met 4 pilaren en zijkamer

 

F – Hal met 4 pilaren (Osiris heiligdom en scenes uit het boek der poorten)

 

E – Schacht (scenes van de koning voor diverse godheden)

 

D – 2de gang (scenes uit het boek Amduat)

 

C – 2de trap (scenes van de litanie van Ra)

 

B – 1ste gang (scenes uit de litanie van Ra)

 

A – Entree met trap

Graf van Ramses II.
De ingang van de vierde gang die verder afdaalt in het graf naar een vestibule en de grafkamer,
een barrière sluit de rest van het graf af voor bezoekers.
(Foto: Dennis Jarvis (Wikipedia) 29 September 2004)

Ramses_II_(Dennis)_-_Egypt-4A-023

Het Ramesseum was de tempel die door Ramses II was opgetrokken op de westoever van de Nijl vlak bij de stad Luxor, de tempel was één van de ‘kastelen van miljoenen jaren‘ en diende voor de cultus van de farao en Amon.
Het is in deze tempel dat het sed-feest werd gehouden.
De tempel werd door Champollion Ramesseum genoemd, hoewel het ook onder andere namen bekend stond.
Eén van de betitelingen van de tempel was ‘het graf van Ozymandias‘ (afgeleid van Oesermaatre, de Horus-naam van Ramses II) en door Strabo werd het ‘Memnonium‘ genoemd, verwijzend naar de Griekse held Memnon.

Aboe Simbel, de grote tempel van Ramses II.

Tempel van Ramses II te Abydos.
Klik op de foto om er meer te zien.

Voor een korte video-impressie van de tempel van Ramses II, klik hieronder.

Nefertari is één van de vrouwen van Ramses II.
Haar volledige naam is Nefertari Merenmoet, deze toevoeging betekent geliefd door Moet.
Ze was de favoriet van Ramses II en was een belangrijke raadgeefster tijdens zijn lange regeerperiode, mede daarom wordt zij in Aboe Simbel even groot als haar man afgebeeld.
Haar graftombe is gevonden in de Vallei der Koninginnen en is ontdekt door Ernesto Schiaperlli in 1904.
In de jaren 80 werd het graf volledig gerestaureerd en het is nu het mooiste graf van de Vallei der Koninginnen.

De tempel van Nefertari.

Foto’s van Nefertari’s graftombe.
Klik op de foto om er meer te zien.

Voor een korte video-impressie van de tombe van Nefertari, klik hieronder.

De mummie van Ramses II.


Oorspronkelijk werd Ramses II begraven in het graf KV7 in de Vallei der Koningen, maar vanwege plunderingen brachten priesters het lichaam later over naar een bewaarplaats, herpakten het opnieuw en plaatsten het in het graf van koningin Ahmose Inhapy.
72 uur later werd het opnieuw verplaatst naar het graf van de hogepriester Pinedjem II, dit alles is in hiërogliefen opgetekend op het linnen dat het lichaam van de kist van Ramses II bedekt.
Zijn mummie werd uiteindelijk ontdekt in TT320 in een gewone houten kist en bevindt zich nu in het Nationaal Museum van Egyptische Beschaving in Caïro (tot 3 april 2021 was het in het Egyptisch Museum).
De mummie van de farao onthult een arendsneus en sterke kaak, de lengte van de mummie is ongeveer 1,7 meter.
Gaston Maspero, die voor het eerst de mummie van Ramses II uitpakte, schrijft: “Er zijn een paar dunne haren op de slapen, maar bij de nek is het haar behoorlijk dik en vormt het gladde, rechte lokken van ongeveer vijf centimeter lang. Wit op het moment van overlijden en mogelijk kastanjebruin tijdens het leven, ze zijn lichtrood geverfd door de kruiden (henna) die worden gebruikt bij het balsemen…de snor en baard zijn dun…De haren zijn wit, zoals die van de hoofd en wenkbrauwen… de huid is van aards bruin, met zwarte vlekken… het gezicht van de mummie geeft een goed beeld van het gezicht van de levende koning.
In 1975 onderzocht Maurice Bucaille, een Franse arts, de mummie in het Cairo Museum en vond deze in slechte staat.
De Franse president Valéry Giscard d’Estaing slaagde erin de Egyptische autoriteiten te overtuigen de mummie voor behandeling naar Frankrijk te sturen.
In september 1976 werd het op de luchthaven Parijs-Le Bourget begroet met volledige militaire eer die een koning betaamt en vervolgens naar een laboratorium in het Musée de l’Homme gebracht.
De mummie werd forensisch getest door professor Pierre-Fernand Ceccaldi, de belangrijkste forensische wetenschapper van het Criminal Identification Laboratory van Parijs.
Professor Ceccaldi stelde vast dat: “Haar, verbazingwekkend goed bewaard gebleven, enkele aanvullende gegevens vertoonde – vooral over pigmentatie: Ramses II was een gemberharige ‘cymnotriche leucoderma’.” De beschrijving die hier wordt gegeven, verwijst naar een persoon met een lichte huid en golvend rood haar.
Daaropvolgende microscopische inspectie van de wortels van het haar van Ramses II bewees dat het haar van de koning oorspronkelijk rood was, wat suggereert dat hij uit een familie van roodharigen kwam.
Dit heeft meer dan alleen cosmetische betekenis: in het oude Egypte werden mensen met rood haar geassocieerd met de godheid Set, de moordenaar van Osiris, en de naam van de vader van Ramses II, Seti I, betekent “volgeling van Seth“.
Diop betwist echter de resultaten van het onderzoek en stelt dat de structuur van de haarmorfologie de etniciteit van een mummie niet kan bepalen en dat een vergelijkend onderzoek naar Nubiërs in Opper-Egypte had moeten worden uitgevoerd voordat een sluitend oordeel werd geveld.
Tijdens het onderzoek onthulde wetenschappelijke analyse gevechtswonden, oude fracturen, artritis en een slechte bloedsomloop.
Er wordt aangenomen dat Ramses II’s artritis hem de laatste decennia van zijn leven met een gebogen rug heeft doen lopen.
Een studie uit 2004 sloot spondylitis ankylopoetica uit als een mogelijke oorzaak en stelde diffuse idiopathische skelethyperostose voor als een mogelijk alternatief, wat werd bevestigd door recenter werk.
Er werd een aanzienlijk gat in de onderkaak van de farao ontdekt. Onderzoekers observeerden een abces bij zijn tanden (dat) ernstig genoeg was om de dood door infectie te hebben veroorzaakt, hoewel dit niet met zekerheid kan worden vastgesteld.
Na te zijn bestraald in een poging schimmels en insecten te elimineren, werd de mummie in mei 1977 vanuit Parijs naar Egypte teruggebracht.
In april 2021 werd zijn mummie verplaatst van het Museum van Egyptische Oudheden naar het Nationaal Museum van Egyptische Beschaving, samen met die van 17 andere koningen en 4 koninginnen tijdens een evenement dat de Gouden Parade van de farao’s werd genoemd.

De mummie van Ramses II.

De mummie van Ramses II.
(Bron: Caïro museum, 2015)

Ramses2_mummie

De 400 jaar stèle.


De 400 jaar stèle, is een oude Egyptische stele uit de 13e eeuw v. Chr.

De betekenis van deze stele zou duidelijker kunnen zijn, maar algemeen wordt aangenomen dat hij de 400e verjaardag viert van een gebeurtenis die verband houdt met de godheid Seth.

Een tekening van de beroemde “Stèle van Vierhonderd Jaar“, of “400 Jaar stèle“.

(Bron: E. A. Wallis Budge (1857-1934), A History of Egypt, vol III (1902))

400_Year_stele_Budge

De stèle werd in 1863 opgegraven door Auguste Mariette, die opgravingen deed in de grote tempel van Tanis.
Mariette kopieerde de stèle en begroef deze vervolgens opnieuw.
De stèle werd in 1933 herontdekt door Pierre Montet en vervolgens overgebracht naar het museum van Caïro.

De onvoltooide stèle werd gemaakt tijdens de regeerperiode van Ramses II van de 19e dynastie, deze farao verschijnt in de lunet terwijl hij wijnkruiken aan Seth aanbiedt, wiens naam werd uitgewist toen deze godheid later werd gedemoniseerd.
Achter de farao staat een ambtenaar genaamd Seti, de auteur van de stèle.

De inscriptie op het onderste register vermeldt dat Seti, zoon van Paramessu en Tia, Seth kwam aanbidden en deze gebeurtenis herdacht door de granieten stèle uit te geven, merkwaardig genoeg en met de goedkeuring van Ramses II, dateerde Seti de stèle op het “Jaar 400, vierde dag van de vierde maand van het Seizoen van de Overstroming” van een farao genaamd Aapehtiseth Nubti (“Groot is de kracht van Seth, hij van Ombos”).

Sinds de ontdekking was het duidelijk dat het jaar 400 van Nubti geen regeringsjaar was, maar eerder een soort jubileum.
Gezien het interval van 400 jaar en de expliciete verwijzingen naar de god Seth, werd Nubti aanvankelijk beschouwd als een overigens niet-bevestigde Hyksos-heerser.
Zo werd gesuggereerd dat de 400e verjaardag zou kunnen verwijzen naar een belangrijke gebeurtenis zoals de bouw van een tempel voor Seth, of meer in het algemeen, naar het begin van een nieuw tijdperk.
De ontdekking voedde ook de inmiddels weerlegde hypothese dat Tanis geïdentificeerd moest worden met de oude Hyksos-hoofdstad Avaris en dat de stèle mogelijk een herdenking was van de aankomst van de Hyksos.

In recentere tijden realiseerden wetenschappers zich echter dat de officiële Seti niemand minder was dan Ramses’ vader Seti I aan het begin van zijn carrière en dat de eerdere koning Nubti geen echte koning was, maar eerder Seth zelf, voorzien van fictieve koninklijke titels.
Als we 400 jaar teruggaan, vóór de periode die de stèle suggereert (waarschijnlijk toen Seti een functionaris was onder koning Horemheb), kunnen we vaststellen dat de gevierde gebeurtenis ergens rond 1730-1720 v. Chr. heeft plaatsgevonden.

Een vertaling van de 400 jaar stèle:

Seti I biedt wijn aan Seth Moge de sterke stier, geliefd door Ma’at, leven, de heer van het Sed-festival, net als zijn vader Ptah-Tanen, de koning van Boven- en Beneden-Egypte, Gebruiker-Ma’at-Re, Setep-en-Re, zoon van Re, Ramses-Meri-Amen, begiftigd met leven,
hij die onder de voogdij staat van de twee Dames, de beschermvrouwe van Egypte, de veroveraar van naburige landen, Re die alle goden baarde, die het Dubbelland beval, Gouden Horus rijk in jaren en groot in overwinningen,
de koning van Boven- en Beneden-Egypte Gebruiker-Ma’at-Re Setep-en-Re, zoon van Re, Ramses Meri-Amen, de prins die het Dubbelland voorzag van monumenten in zijn naam
opdat de zon in al zijn liefde mag schijnen, de koning van Boven- en Beneden-Egypte Gebruiker-Ma’at-Re Setep-en-Re, zoon van Re, Ramses-Meri-Amen

Zijne Majesteit heeft bevolen een grote granieten stèle op te richten ter ere van de grote naam van zijn vaderen, om de naam van de vader van zijn vaderen te verheffen
(en voor) zijn vader, de Koning Men-Ma’at-Re, zoon van Re, Seti Mer-ne-Ptah, eeuwigdurend, zoals Re elke dag.

Jaar 400, de vierde maand van het seizoen van Shammu, de vierde dag van de koning van Boven- en Beneden-Egypte, Seth-Groot-in-moed, zoon van Re, van wie hij houdt, Nubti, geliefd door Re-Hor-akhty, moge hij eeuwig leven.

De Regent kwam, de burgemeester van de stad, de vizier, de waaierdrager aan de rechterhand van de Koning, de leider van de boogschutters, de leider van de boogschutters, de gouverneur van het fort Tjarw, de grote van Medjay, de koninklijke schrijver, de administratieve ambtenaar van de wagenmenners,
de heer, ceremoniemeester van het Feest van de Geit, de meester van Smendes, de eerste profeet van Seth, de lector-priester van Wadjet-Opet-Tawy, het hoofd van alle priesters van alle goden, Seti, rechter van stem, zoon van de Prins-regent, de burgemeester van de stad, de vizier,
de leider van de boogschutters, de gouverneur van het fort Tjarw, de koninklijke schrijver, de administratieve ambtenaar van de wagenmenners, Paramesse, rechter van stem, geboren uit de vrouw des huizes, de zangeres van Re, Tiw, rechter van stem, hij zegt:

Gegroet aan jij, o Seth, zoon van Nut, groot van kracht in de boot van miljoenen jaren, in de boeg van het schip van Re, de grote schreeuwer….
.. [moge jij] mij een goede tijd geven om jouw Ka te volgen en moge ik het volhouden in….